Skip to main content Skip to footer

Actieplan Antimicrobiële Resistentie 2024-2030

Stand van zaken voor de veterinaire sector.

Vandaag is de Europese Antibioticadag (EAAD). Dit biedt een platform ter ondersteuning van nationale campagnes voor het zorgvuldig gebruik van antibiotica. Elk jaar wordt EAAD, gecoördineerd door het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC), in heel Europa gevierd met nationale campagnes op of rond 18 november. EAAD is een Europees gezondheidsinitiatief dat het groeiende probleem van antimicrobiële resistentie erkent en het belang onderstreept van bewustwording over het zorgvuldig gebruik van antibiotica in de humane en diergeneeskunde om antibioticaresistentie tegen te gaan. In het kader hiervan en over One Health in het algemeen een update op nationaal en Europees gebied.

In april 2024 presenteerden de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LVVN) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) gezamenlijk het Actieplan Antimicrobiële Resistentie (AMR) 2024–2030. Dit plan is van groot belang voor de veterinaire sector. Het richt zich op het voorkomen van resistentie tegen antimicrobiële middelen via een integrale One Health-aanpak, waarin mens, dier, plant en milieu samenkomen.

Waarom dit plan?

Antimicrobiële resistentie vormt een toenemende bedreiging voor zowel de volksgezondheid als de diergezondheid. Hoewel Nederland internationaal goed scoort op verantwoord antibioticagebruik, blijft verdere samenwerking en waakzaamheid noodzakelijk.

Zeven ambities richting 2030

Het plan is opgebouwd rond zeven ambities:
1.    Versterken van kennis en innovatie.
2.    Voorkomen van infecties om gebruik van middelen te beperken.
3.    Verantwoord gebruik in alle sectoren, inclusief de dierhouderij.
4.    Waarborgen van duurzame beschikbaarheid van antimicrobiële middelen.
5.    Verhogen van bewustwording bij professionals en publiek.
6.    Verdiepen van samenwerking tussen humane en veterinaire zorg.
7.    Actieve internationale inzet van Nederland binnen EU en wereldwijd.

Wat betekent dit voor diergeneesmiddelenbedrijven?

Diergeneesmiddelenbedrijven worden nadrukkelijk betrokken bij de uitvoering van het plan. Belangrijke aandachtspunten zijn:
•    Verplichte en transparante rapportage van verkoopcijfers, met nadruk op middelen die kritisch zijn voor de humane zorg.
•    Uitbreiding van monitoring naar alle gehouden diersoorten, inclusief hobbydieren en aquacultuur.
•    Stimulering van innovatie, zoals de ontwikkeling van vaccins en andere alternatieven voor antibiotica.
•    Marktverschuiving richting preventieve diergeneeskunde en duurzame producten.
•    Aanscherping van internationale regelgeving en mogelijke exportbeperkingen.

Nieuwe of aangescherpte maatregelen vanaf 2025

Vanaf 2025 worden een aantal maatregelen concreet van kracht of verder aangescherpt:

•    Verplichte datarapportage aan EMA: De rapportageverplichting aan de EMA is in 2025 niet nieuw, maar is wel verplicht gesteld voor een bredere groep diersoorten, met meer gedetailleerde gegevens en striktere eisen aan de wijze van aanlevering. Dit betekent voor diergeneesmiddelenbedrijven een grotere administratieve last, maar ook een kans om bij te dragen aan beter resistentiebeleid.
•    Kleinere verpakkingseenheden: Het gebruik van kleinere verpakkingen wordt gestimuleerd om overdosering en verspilling te voorkomen, en om bewuster voorschrijfgedrag te bevorderen. Deze beleidsmaatregel wordt vanaf 2025 uitgerold. 
•    Actualisatie van bijsluiters: Bijsluiters van oudere generieke antibiotica moeten worden geactualiseerd en geharmoniseerd.
•    Onderzoek naar residuen: Er start onderzoek naar de verspreiding van antimicrobiële residuen in de voedselketen en het milieu, inclusief het vaststellen van grenswaarden.
•    Data-uitwisseling tussen domeinen: Er wordt ingezet op betere samenwerking en gegevensdeling tussen humane en veterinaire instituten.
•    Verplichte gevoeligheidsbepaling voor polymyxinen: Voor deze kritische middelen wordt gevoeligheidstesten verplicht gesteld.

Deze maatregelen maken deel uit van een bredere intensivering van het AMR-beleid, met meer aandacht voor milieu, plantgezondheid en internationale samenwerking.

Ook benadrukt de Europese Commissie op One Health Day dat de gezondheid van mens, dier, plant en milieu onlosmakelijk verbonden is. Een geïntegreerde aanpak is cruciaal om grensoverschrijdende gezondheidsrisico’s te beheersen.

Belangrijkste punten:

•    Antimicrobiële resistentie (AMR): 

o    Jaarlijks 35.000 sterfgevallen en €11,7 miljard kosten in EU/EEA.
o    EU investeert in nieuwe middelen, verantwoord gebruik en ondersteunt lidstaten met €50 miljoen.

   Preventie & innovatie: 

o    75% van nieuwe infectieziekten komt van dieren.
o    Investeren in biosecurity en vaccins is kostenefficiënt (<1% van COVID-19-uitgaven).

•    Klimaatimpact: 

o    Verspreiding van ziekten zoals dengue en Lyme neemt toe door klimaatverandering.
o    EU biedt technische hulp, samenwerking en datadeling.


Conclusie:

De One Health-aanpak is essentieel om toekomstige gezondheidsrisico’s en kosten te beperken.